Deze Nederlandse trappist wordt door de monniken van Abdij Maria Toevlucht te Zundert zelf gebrouwen. Het bier begint met een zoete bloemige smaak. De afdronk heeft een lichte karamelsmaak en rond af met een droge hopbitterheid. Het aroma en de smaak worden ook verrijkt door de nodige kruiden en specerijen.